Het paard in de natuur
Paarden zijn sociale dieren die elkaar nodig hebben om te kunnen overleven. Het heeft andere paarden nodig waarmee hij samen naar voedsel en water kan zoeken en om op de uitkijk te staan naar roofdieren zodat de rest van de kudde kan slapen. Het paard stelt daarom alles in het belang van de kudde. Dit belang gaat boven het individuele belang. Het paard wil zich, voor zijn veiligheid, verbinden met de kudde.
De leden van een kudde hebben allemaal hun eigen taak. Het paard volgt de leider. Als er geen leider is dan neemt paard het leiderschap op zich. Is er wel een sterke leider dan zet het paard zijn capaciteiten in op een andere plek.
De leidende hengst beschermt de kuddeleden tegen roofdieren. De leidende merrie brengt de groep naar water en voedsel. Elk paard leert waar hij of zij in de groep hoort in relatie tot alle andere groepsleden. Het vermogen van de kuddeleden om hun plaats ten opzichte van elkaar te kennen en hun leiders te respecteren zorg ervoor dat de kudde goed functioneert. Harmonie is nodig om te leven en te overleven. Communicatie tussen de paarden is duidelijk, direct en gemakkelijk te begrijpen. Conflicten worden snel opgelost zodat de kudde energie kan sparen.
Een paard is altijd alert, houdt zijn omgeving goed in de gaten en neemt de kleinste veranderingen waar. Dit is heel belangrijk om niet ten prooi te vallen aan het roofdier, om te overleven. Het paard leeft in het hier en nu. Snel handelen is geboden. Een foute inschatting van het roofdier kost hem zijn leven. Het roofdier geeft geen tweede kans. Paarden denken niet en reageren actief.